Leestijd: 6 minuten
Bijzondere eisen voor toebehoren in uw installatie
Systeemtoebehoren worden veel toegepast, omdat het opbouwen van een schakel- en besturingspaneel dan eenvoudiger en overzichtelijker wordt. Deze toebehoren zijn vaak vanuit de gebruiker ontstaan en dienen dus ook zijn gemak. Ze moeten voldoen aan de eisen, gesteld in verschillende normen voor het bouwen van het paneel. Zo zijn er bijzondere voorwaarden die te maken hebben met transport, aardbevingsbestendigheid en deurbelasting. In deze blog worden voorbeelden aangehaald over het specifiek gebruik van systeemtoebehoren.
Transporteren VX25 en AX
Schakel-, verdeel- en besturingskasten voor de elektrische uitrusting van de machine, maken onderdeel uit van die machine. Soms staan deze kasten op de machine, vaak worden ze bij de machine geplaatst. Paragraaf 4.6 van NEN- norm EN-IEC 60204-1:2018 schrijft voor hoe moet worden omgegaan met een ‘zware en volumineuze elektrische uitrusting’, als die moet worden verwijderd voor transport van de machine. De norm geldt ook voor het verwijderen van uitrusting die los van de machine staat. Letterlijk staat er dat moet worden voorzien in ‘geschikte middelen voor transport, waaronder waar nodig hulpmiddelen voor het verplaatsen met hefwerktuigen of vergelijkbare middelen’. Die hulpmiddelen zijn bijvoorbeeld hijsogen of combihoeken voor op de koppelvlakken.
NEN is een Nederlandse norm. Maar ook Amerikaanse regelgeving gaat hierop in, met de zogenaamde below the hook regulation. Die komt van het departement van arbeid en is specifiek bedoeld voor beroepsmatige veiligheid en gezondheid. Meer informatie die te maken heeft met transport, is te vinden in onze Belastingenbrochure (ENG).
Hijsen en transport
Hijsen vergt specifieke aandacht. De verdeling van de belasting is een belangrijk aandachtspunt. Dat geldt ook voor de manier waarop hijsmiddelen worden geplaatst. Als tijdens transport (maar ook tijdens gebruik) trillingen optreden, moeten aanvullende maatregelen worden getroffen. De norm NEN-EN-IEC 61439-1:2011 (Laagspanningsschakel-en-verdeelinrichtingen – Deel 1: Algemene regels) geeft hier in paragraaf 8.5.4 aanwijzingen voor. Schakeltoestellen en componenten moeten worden geïnstalleerd en bedraad, zoals de leverancier dat heeft voorzien. En wel zodanig dat trillingen die bij normale bedrijfsomstandigheden aanwezig zijn, een goede werking niet beïnvloeden.
Een manier om deze trillingen op te vangen, is het gebruik van verzinkte verstevigingsprofielen voor de montageplaten van de aanbouwkasten. Deze zorgen voor een extra horizontale versteviging voor trillingsdemping. Ook dragen ze naderhand bij aan het stabiliseren van brede montageplaten. Dit profiel kan ook als extra montagehulp worden gebruikt voor zware componenten.
Als bij transport een versnelling van meer dan 1G valt te verwachten, moet de bevestiging van de montageplaten extra worden vastgezet. Aan de onderzijde wordt dan een extra plaatschroef geplaatst. Aan de bovenzijde wordt de standaard klembevestiging vervangen door een boutbevestiging. Overigens worden aan lege kasten geen specifieke eisen gesteld met betrekking tot trillingen. Deze worden geschaard onder ‘speciale omgevingscondities’, waarover aanvullend overleg nodig is tussen opdrachtgever en leverancier. Deze uitzondering staat beschreven in de norm NEN-EN-IEC 62208:2011 Lege omhulsels voor laagspanningsschakelmaterieel – Algemene eisen. In hoofdstuk acht van deze norm wordt aandacht besteed aan ondersteuning bij hijsen en transport, zoals hierboven beschreven.
Aardbevingsbestendig maken van kasten
Een aardbeving veroorzaakt een extreme vorm van trillingen. Wereldwijd zijn er specifieke gebieden waar aardbevingen vaker voorkomen dan elders, wat geen sluitende garantie biedt voor de niet benoemde gebieden. Aardbevingen zijn te categoriseren naar kracht (intensiteit van de magnitude). Daarnaast is de waarschijnlijkheid dat een aardbeving van een bepaalde kracht zich zal voordoen een belangrijke factor. Hierover meer in onze speciale whitepaper ‘Bescherming van schakel-, verdeel- en besturingskasten tegen aardbevingen.’ (ENG)
Er zijn drie specifieke normen voor schakel-, verdeel- en besturingskasten en andere elektrische en informatietechnologie infrastructuren: DIN EN/IEC 60068-3-3, IEEE 693 en Telcordia GR-63-CORE. De Rittal aanbouwkast VX25 (8806000) en TS 8 aanbouwkast (8806500) voldoen in combinatie met de bijbehorende plaatstalen sokkel (hoogte 100 millimeter), in de standaarduitvoering al aan de eisen volgens Telcordia GR-63-CORE voor de aardbevingszones 1, 2 en 3.
Voor aardbevingszone 4 kan de VX25 net zoals de voorganger TS 8 worden uitgerust met een aardbevingskit. Voor de versteviging van de montageplaat wordt profielen gebruikt die worden vastgeschroefd aan de plaat. Hier moet bij inbouw en plaatsen van de componenten rekening worden gehouden.
In de norm NEN-EN-IEC 62208:2011, wordt in paragraaf 7.3 onder ‘speciale bedrijfscondities de abnormale mechanische spanningen w.o. seismische’ aangegeven dat hier speciale afspraken over moeten worden gemaakt. Een dergelijke aanwijzing wordt ook gegeven in paragraaf 7.2 van de norm NEN-EN-IEC 61439-1:2011. De in de whitepaper (ENG) beschreven referentie kan hierbij van dienst zijn.
Deurbelasting moet ook aan normen voldoen
De deur van een schakelkast wordt veelvuldig gebruikt voor de montage van allerlei schakel- en bedieningscomponenten. Zeker bij grotere kasten worden ook wel klimatiseringscomponenten in de deur gemonteerd. In de vorige blog ging het over de kabelgeleiding van die componenten, in deze blog komt de belasting van de deur aan de orde.
In de montagehandleiding moet worden aangegeven wat de maximale statische belasting van de verschillende onderdelen van de schakelkast mag zijn, waaronder ook de deur. Na de in paragraaf 8.2 beschreven testen van norm NEN-EN-IEC 62208:2011, moet de kast intact gebleven zijn. Maar dynamische belastingen vragen om aanvullende maatregelen. Voor de VX25 aanbouwkasten is dat bijvoorbeeld een transportbeveiliging, ter stabilisering van de deur. Die is vereist tijdens transport vanaf een extra gewichtsbelasting van vijftien kilogram.
Een koelaggregaat gemonteerd in de deur komt uit boven deze toelaatbare vijftien kilogram. Dan moet deze transportbeveiliging dus ook aangebracht worden. In de montagehandleiding van een koelaggregaat wordt beschreven dat bij het transport van al aan de kast gemonteerde aggregaten transportbeveiligingen dienen te worden gebruikt. De transportbeveiliging beschermt de afdichting tegen beschadigen. Door een beschadigde afdichting vervalt de beschermklasse zoals die standaard bepaald is voor dat type kast. Dit moet te allen tijde worden voorkomen.
Naast de beschreven transportbeveiliging, is het ook van belang de kast staande te transporteren met op de juiste wijze aangebrachte spanbanden. Bij de wand-/vloerstaande kasten AX zorgt de standaard bijgeleverde oploopvoet aan het deurprofiel dat de deur goed aansluit, ook bij zware inbouwcomponenten. Daardoor blijft de beschermklasse behouden.
Dit is weer van belang om aan te kunnen tonen dat wordt voldaan aan de eisen die paragraaf 10.2.1 van de norm NEN-EN-IEC 61439-1:2011 stelt aan mechanische eigenschappen van constructiematerialen en delen van de schakelkast. Het geheel wordt geacht te zijn goedgekeurd na verificatie van de constructie en van de gebruikseigenschappen.
Indien een leeg omhulsel volgens IEC 62208 wordt toegepast (en er geen wijzigingen zijn aangebracht die afbreuk doen aan de gebruikseigenschappen), behoeft dit omhulsel niet opnieuw volgens 10.2 te worden geverifieerd.
Informatie over het transport is onderdeel van de documentatie die bij de machine wordt geleverd. Dit gebeurt op basis van paragraaf 17.1 van de norm NEN-EN-IEC 60204-1:2018 of paragraaf 6.2.2 van de norm NEN-EN-IEC 61439-1:2011 paragraaf 10.2. Daarin wordt aangegeven dat, indien nodig, de aanwijzingen de maatregelen moeten bevatten die van bijzonder belang zijn voor ‘deugdelijk transport’.