Leestijd: 6 minuten

De gestage en onopvallende opmars van IT in de voedingsindustrie

Visie IT-Infrastructuur Food & Beverage

André Hiddink, Product Manager IT-infrastructuur sprak met Jos Hensen, directeur van Greywise, een onafhankelijk consultancybedrijf uit Ede. Onderwerp van het gesprek waren de IT ontwikkelingen in de voedselindustrie.

Hiddink: “De voedselindustrie, dat is voor mij voor een brede noemer waar je alles tegenkomt van ambachtelijk tot hightech.”

Hensen: “Daar heb je gelijk in. Laten we ons daarom in dit gesprek beperken tot de productiebedrijven die wij adviseren. Dat zijn veelal middelgrote ondernemingen, die consumentenproducten maken of toeleveranciers zijn voor anderen in een lange keten. Je kan rustig stellen dat er bij de bedrijven in de regel nog veel ruimte is voor de inzet van moderne IT systemen.“

Knelpunten

Hiddink: ”Hoe zou je het IT gebruik in deze sector typeren en wat zijn de knelpunten?”

Hensen: “Alle bedrijven leunen op IT. Wat we regelmatig tegenkomen zijn bedrijven die door autonome groei of overnames tegen grenzen aanlopen. Het ERP of maatwerk pakket dat tien jaar geleden is aangeschaft is dan niet meer handig. Zoiets is een potentieel knelpunt. Wat ook speelt is dat tijdens de productie nog steeds veel gegevens op formulieren worden genoteerd en daarna opgeborgen bij verschillende afdelingen. Audits duren steeds langer, omdat het lastig is die informatie uit de losstaande systemen en documenten te halen. Tracking en tracing, wat in deze sector heel belangrijk is, vergt steeds meer inspanning. Bedrijven kunnen maar moeizaam inspelen op de toenemende vraag naar sneller meer data verstrekken.”

Hiddink: “Er is een logische opbouw van systemen in productieomgevingen. Ik zie overal PLC met weinig intelligentie, DCS en Scada de onderste laag vormen.”

Hensen: “Deze systemen zie je bij veel bedrijven. We zien dat steeds meer bedrijven “boven op” de PLC en SCADA systemen een MES implementeren. De operator krijgt dan alle vereiste informatie op zijn scherm. Alle registraties gebeuren rechtstreeks in het MES. De hoeveelheid papier op de werkvloer vermindert of verdwijnt zelfs. Het grote voordeel is dat alle informatie over het product en het proces in één systeem zijn opgeslagen. Daarnaast zie we de opkomst van de zogenaamde Historians. Deze systemen zijn in staat om grote hoeveelheden gegevens die beschikbaar zijn in de PLC op te slaan. Het geeft de operator meer inzicht in het verloop van het proces en de opgeslagen gegevens zijn uiterst waardevol bij het verbeteren van de processen. “

Sensoren

Hiddink: “Hoe zit het met de adoptie van sensoren die niet alleen meten, maar zelf de processen bijsturen?”

Hensen: “We merken dat vanuit de productiebedrijven de belangstelling toeneemt. Men moet binnen de specs blijven. Hoe sneller data beschikbaar is des te eerder kan worden bijgestuurd. Het is voor de kosten en de efficiency onvermijdelijk dat slimme sensoren gaan worden ingezet. De vraag is alleen wanneer.

Op dit moment is het nog vaak een operator die een monster neemt, analyseert en daarop het proces bijstelt. Er zijn al sensoren specifiek voor de voedingsindustrie die producteigenschappen, zoals vochtgehalte, eiwit gehalte en droge stof, kunnen meten. Ze worden alsmaar kleiner, betrouwbaarder en goedkoper. Daardoor kunnen ze vaker in het proces worden ingebouwd.”

Data

Hiddink: “Speelt de vraag naar de locatie en het eigendom van data in de voedselindustrie een grote rol?”

Hensen: ”Wij zien daar interessante ontwikkelingen. De eerste is dat klanten steeds vaker afspraken maken met de leverancier over de prestaties van de machine. De leverancier heeft op afstand toegang tot de machine en houdt deze in gaten. De leverancier kan dan ingrijpen nog voordat er een storing optreedt.

De tweede is dat er innovatieve sensoren beschikbaar komen die in het proces worden ingebouwd. Er is veel rekenkracht nodig om de gemeten waarden om te zetten naar bruikbare stuurinformatie. Die compute power staat niet meer bij de klant, maar bij de leverancier. De klant wordt hiermee ontzorgd, maar een derde partij heeft beschikking over klant data en toegang tot het datanetwerk.

Een derde ontwikkeling is dat de IT applicaties niet meer onpremise draaien, maar in een extern datacenter. Het grote voordeel voor de klant is dat hij zich geen zorgen meer hoeft te maken over de techniek. We zien wel dan men nog huiverig is om toepassingen die direct invloed hebben op de voortgang van de productie in de cloud te zetten. De servers van bijvoorbeeld SCADA en MES houdt men nog graag lokaal.

De discussies over data beslaan nadrukkelijk meer dan alleen de procesdata van bedrijfskritische systemen en de infrastructuur die daarvoor nodig is. Er komt ook steeds meer data bij van bijvoorbeeld toegangscontrole en gebouwbeheersing. Waar laat je al die data en hoe garandeer je de integriteit? Daar wordt gelukkig goed naar gekeken.”

Bedrijfscontinuïteit

Hiddink: “Dergelijke afwegingen en issues ken ik van andere sectoren. Ik verbaas me er over dat in de voedselindustrie nu pas lijkt te spelen.”

Hensen: “Dat verdient enige nuancering. Bij steeds meer bedrijven dringt het besef door dat zowel de systemen als de mensen een risico zijn voor de bedrijfscontinuïteit. Bij systemen moet je denken aan omgevingen waarbij XP nog wordt ingezet. Dat is lastig als er steeds meer systemen met het internet verbonden zijn. De mens speelt ook een rol. Bij veel bedrijven zien we de komende jaren een grote uitstroom van de oudere generaties. Daarmee gaat kennis verloren. Daarom komt nu een professionaliseringsslag op gang waarbij alles dat we hiervoor bespraken wordt bekeken. Het is tegelijk het moment na te denken over de aantrekkelijkheid van het werk. Probeer op deze krappe arbeidsmarkt maar nieuw personeel te werven als je processen nog gebaseerd zijn op pen en papier.”

Hiddink: “Dus de sector verandert?”

Hensen: “Uiteraard. De sector wil mee met de tijd, sneller innoveren en op nieuwe marktvragen inspelen. We zien ook dat de bedrijven ogen en oren openhouden om disruptie, die in andere sectoren genadeloos hard heeft toegeslagen, tijdig te signaleren.”

Hiddink: “Naast efficiency geldt concurrentie als een drijfveer om te processen te optimaliseren?”

Hensen: “Absoluut, maar we hebben het over een lange keten. Als je naar een schakel kijkt lijkt het alsof men niet beweegt, maar dat beeld klopt niet. Ik zou het typeren als een langzame en onopvallende opmars van meer IT in de sector. Die sensoren komen eraan, daar is iedereen van overtuigd. De data moet meer open worden en ergens worden opgeslagen, dat weet men ook. Maar het moet wel veilig, snel toegankelijk en goed bruikbaar zijn. Die eisen moeten koren op de molen van Rittal zijn.”

Benieuwd naar de kennissessie van Greywise? Bekijk hier het programma:  https://greywise.nl/kennissessie-programma/

Hoe zorgt u voor continue beschikbaarheid van de cruciale IoT-data en onderliggende IT-infrastructuur in de voedingsmiddelenindustrie? Lees er meer over in de white paper: Hybrid Cloud Packages in de voedingsmiddelenindustrie. Bespaar IT-ruimte én energiekosten!

Tags Food IT-infrastructuur voedingsindustrie