Leestijd: 4 minuten

Lux of lumen: herken goede schakelkastverlichting

Kastsystemen

Lux of lumen ? Waarop baseert u uw keuze voor verlichting in een schakelkast? Want goede verlichting in de schakelkast is een belangrijk item voor service- en onderhoudsmonteurs. Maar ja, wat is goed licht? Hoe bepaalt u dat? Het is nuttig om de ‘schijnwerper’ eens op lux, lumen, candela’s en kelvin te richten.

Bij ‘panieksituaties’ – zoals ongeplande stilstand in een productieproces – moeten monteurs snel kunnen handelen. Dit betekent dat zij in de schakelkast goed zicht moeten hebben om hun werk doeltreffend uit te voeren. Goed zicht vraagt in dit geval om goed licht. Het is dus belangrijk om te weten hoeveel licht de schakelkastverlichting geeft. Soms staat dit bij de verlichting vermeld in het aantal lux of lumen. Maar wat zegt zo’n getal?

Lumen voor lichthoeveelheid

Lumen (lm) is de eenheid voor lichtstroom: het geeft de lichthoeveelheid van een lichtbron per tijdseenheid aan, ongeacht de lichtrichting. Die lichthoeveelheid kan sterk verspreid worden – zoals bij de ouderwetse gloeilamp zonder lampenkap – maar kan ook zeer geconcentreerd zijn – zoals een laser.

Lux staat voor lichtsterkte

Voor goed licht in de schakelkast is niet alleen de lichthoeveelheid, maar ook de lichtsterkte van belang. Dit drukken we uit in lux (lx). Het gaat bij lichtsterkte om de lichthoeveelheid per oppervlakte-eenheid (bijvoorbeeld m2). Lux zegt dus meer dan lumen, want u wilt ook weten hoe de lichtkwaliteit verder verwijderd van de bron is.

Voorbeeld: bij een ouderwetse gloeilamp neemt de lichtsterkte snel af. Een 60 watts lamp geeft ongeveer 750 lumen, met op een halve meter afstand een lichtsterkte van 185 lux. Nog een meter verder is de lichtsterkte slechts 27 lux.

Goed zicht in de schakelkast vraagt dus om voldoende lux, ook helemaal onderin de kast waar de aansluitkabels binnenkomen. Want het zal niet voor het eerst zijn dat een probleem ontstaat door een los contact of een foutief afgemonteerde voedingskabel.

Wat is het verschil tussen lux, lumen en candela?

Wat is het verschil tussen lumen, candela en lux?

Candela voor de lichtrichting

Bij het bepalen van goede kastverlichting komt naast de factoren lumen en lux nog een natuurkundige component kijken. Met de eenheid candela (cd) drukken we de hoeveelheid licht uit die een lichtbron in een bepaalde richting uitzendt.

Bij de ontwikkeling van onze innovatieve LED-verlichtingsystemen voor schakelkasten houden we uiteraard rekening met wetmatigheden als lumen, lux en candela. Maar er is nog meer…

Kelvin voor de kleurtemperatuur

De kleur die een lichtbron uitstraalt wordt ook wel kleurtemperatuur genoemd en wordt uitgedrukt in graden kelvin (K). De lichtkleur kan in drie groepen worden verdeeld en gekwantificeerd door de toegevoegde kleurtemperatuur.

De norm voor werkplaatsverlichting (NEN-EN- 12464-1) hanteert een driedelige indeling:

  • Warm  –  <3300 K
  • Tussengelegen  –  3300 tot 5300 K
  • Koel  –  >5300 K

De nieuwe systeemverlichting LED van Rittal heeft een kleurtemperatuur van 4000 K.
Daglicht wordt op 5000 K gesteld.

Kleurtemperatuur - kelvin

Kleurtemperatuur – kelvin

Gericht licht dankzij Fresnel-structuur

Onze  systeemverlichting LED heeft al een relatief hoge lichthoeveelheid (lumen). Om ook de lichtsterkte (lux)  voor het werk van de monteur optimaal te benutten, maken we gebruik van een uniek optisch principe: de afdekking met Fresnel-structuur. Doordat de afdekking twee verschillende Fresnel-structuren heeft kan de lichtverdeling aan de inbouwsituatie aangepast worden. Dit maakt het mogelijk dat de monteur het licht exact op de door hem gewenste plaats van handeling kan richten.

Fresnel-structuur

Fresnel-structuur

Combinatie lux en lumen optimaal benutten

Kortom, voor werkzaamheden in de schakelkast bieden we met onze Systeemverlichting LED niet alleen een lichtstroom van 400 tot zelfs 1200 lumen. Maar dankzij de afdekking met Fresnel-structuur zorgen we ook voor een krachtige lichtsterkte tot in de uiterste hoeken van de kast. We hebben deze natuurkundige principes weliswaar niet zelf verzonnen – de basis voor de Fresnellens werd bijvoorbeeld al in het begin van de 19e eeuw gelegd – maar we kunnen ze wel optimaal benutten. Daar hebben de montage- en servicediensten alle baat bij.

 

 

 

 

 

Reageren

 

 

Let op: een reactie wordt pas geplaatst na goedkeuring van een beheerder