Leestijd: 4 minuten
Buitenbehuizing kopen: 3 vereisten
De ideale buitenbehuizing voor een besturing of telecomapparatuur is robuust én bestand tegen weersinvloeden. Fabrikanten laten graag hoge IP- en IK- e-waardes zien om dit te onderstrepen. Maar die vertellen slechts een deel van het verhaal. Tijd dus voor de rest want naast de impactklasse is vaak ook vandalismebestendigheid een vereiste.
Behuizingen lopen in de buitenlucht nu eenmaal meer risico dan binnen. Daarom moet de buitenbehuizing aan een aantal strenge eisen voldoen. In dit blog gaan we dieper in op die drie vereisten, zodat u bij het kopen van een buitenbehuizing op de juiste zaken kunt letten.
Een buitenbehuizing moet tegen een stootje kunnen
Daarom wordt in het programma van eisen of het bestek voor de buitenbehuizing een impact-klasse, de IK-waarde voorgeschreven. Een hoge IK-waarde betekent dat de behuizing een grote impact kan verdragen. Een veelgemaakt vergissing is dat de IK-waarde ook de weerstandsklasse (WK of RC) is en dus een mate van vandalismebestendigheid biedt. Maar dit zijn echt twee verschillende klassen.
Een buitenbehuizing moet je niet zomaar kunnen openen
Het inbraak werend vermogen, uitgedrukt in de weerstandsklasse (WK) oftewel Resistance class (RC), is zeker zo belangrijk als de IK-waarde. Komt de kast op een plek met weinig toezicht en is de kans op vandalisme groot en wilt u de apparatuur daar deugdelijk tegen beschermen? Dan zoekt u een buitenbehuizing met reële IK- én WK-waarden.[1] Geen eenvoudige opgave overigens want bij een lege kast, zowel voor binnen- als voor buitenopstelling, wordt veelal verwezen naar de norm voor lege omhulsels (NEN-EN_IEC 62208;2011 en daar worden wel de IP en IK beschermklassen geregeld maar niet de weerstandsklasse. Voldoen aan de weerstandsklasse is onderdeel van de constructie. Veelal wordt een weerstandsklasse 2 (WK2/RC2) voorgeschreven. Daarentegen levert het eisen van een hogere weerstandsklasse 4 constructief de nodige uitdagingen.
Een buitenbehuizing moet tegen een regenbuitje kunnen
De IP-waarde vertelt hoe goed een buitenkast is bestand tegen het binnendringen van vreemde voorwerpen en stofen de bescherming tegen het binnendringen van water. Een hogere IP-waarde is niet altijd beter: om een optimaal werkklimaat voor de apparatuur te garanderen, moet de kast niet alleen vocht buiten houden, maar ook voldoende ventileren. Van de andere kant is zonder aanvullende maatregelen een kast met een hele hoge IP-waarde een garantie op vochtproblemen. Het samenspel tussen alle omgevingsomstandigheden en het goed functioneren van de buiten opgestelde installatie is van wezenlijk belang
De zwakste schakel
Iedere keten is zo sterk als de zwakste schakel. Dit geldt zeker ook voor behuizingen in de buitenlucht. Daarom moet je deze behuizingen precies daar testen waar dit het meeste zeer doet. Op de scharnieren bijvoorbeeld. Je zou namelijk verwachten dat de IK-waardes zijn gebaseerd op de zwakste plekken. Toch zal het u verbazen hoe weinig fabrikanten dit daadwerkelijk op deze manier doen. Ze testen bijvoorbeeld de impact op een zijpaneel. Dat levert prachtige IK-waardes op, maar je hebt er niets aan als na die impact het stof en water zich in de behuizing dringt. Wat is de IP-waarde na de IK-test waard? En dat terwijl dit gewoon een onderdeel is van de norm voor lege omhulsels!
In samenhang meten
Mooie rapportcijfers zeggen dus niet alles. Dit geldt ook voor de IP-waarde. Testen heeft pas zin als je dit doet in samenhang. Hiermee bedoel ik: een buitenbehuizing moet niet waterbestendig óf impactbestendig zijn, maar én-én. Want wat heb je aan een kast die na een harde klap op een kwetsbare plek weliswaar nog rechtop staat, maar daarbij zo lek is als een mandje?
De volgende keer dat u een buitenbehuizing selecteert, adviseer ik u eens kritisch naar de rapportcijfers te kijken. Is er wel getest op de zwakste punten? Is de opgegeven IP-waarde die van voor of na de impacttest? Pas dan weet u zeker of de kast bestand is tegen de invloeden uit de praktijk.